HomeBlog – Bijkletsen met Koko: “Paniek en administratiedruk”
thumb

Blog – Bijkletsen met Koko: “Paniek en administratiedruk”

“Het is kwart voor zeven in de ochtend en ik open de deur om aan mijn werkdag te beginnen. Direct sta ik oog in oog met een cliënt, die duidelijk niet rekende op mijn komst. Over vijftien minuten komt de vaste collega die hij wél kent. Tot die tijd moet hij het met mij doen...

Gisteravond bekeek hij de foto’s van wie er vandaag voor hem zouden zijn. Maar alleen het beeld van zijn bekende begeleider is blijven hangen. Terwijl ik contact met hem maak en hem meeneem naar de badkamer lijkt het goed te gaan, maar niets is minder waar…”

Een onbekend gezicht

“Met luide stem vraagt hij om de collega die op de foto stond. Rustig leg ik uit dat zij ‘zo meteen’ komt. ‘Nog even wachten, eerst maar even plassen’. Het helpt niet. Ik pas niet in zijn structuur en de paniek vlamt in zijn ogen.

Wat ik ook doe of zeg; de andere collega móét komen. Aan mij heeft hij niks en om dat nog eens goed duidelijk te maken, trekt hij het eerste schilderijtje van de muur. Ik zie dat dit al eens eerder gebeurde, want er zit geen glas meer in.

Hoewel je er altijd weer even van schrikt als zoiets gebeurt, weet ik dat de cliënt er niet veel aan kan doen. Het is niet persoonlijk, zeg maar. Het is vooral verdrietig dat hij zo van slag is omdat zijn bekende begeleider er nog niet is.”

De-escalerend werken

“Ik blijf bij de cliënt en praat met een zachte, ontspannen stem. Het lijkt te werken en eventjes keert de rust terug. Maar niet voor lang. Hij staat weer op, trekt opnieuw een schilderijtje van de muur en pakt een zwaar glazen potje. Het is een dik, vierkant potje van glas, met behoorlijk wat gewicht.

Eerst dreigt hij het glas door het raam te gooien, maar plotseling draait hij zich om en maakt een dreigende beweging naar mij. Dat is natuurlijk echt niet de bedoeling. Dus in een flits maak ik een sprong naar voren, grijp zijn hand, pak het potje af en laat weer los. ‘Dat wil ik niet,’ zeg ik nu met een stevige, strenge stem. Wanneer hij op zijn bed gaat zitten laat ik hem even alleen om het potje naar een veilige plek te brengen.”

Sorry

“Op dat moment komt mijn collega binnen en de spanning verdwijnt als een blad aan de boom. De wereld van de cliënt klopt weer. Hij roept haar direct en zij overziet zijn kamer. Doordat de schilderijtjes van de muur zijn gehaald, weet ze genoeg. Ook zij blijft ontspannen en we gaan allebei aan de slag. Ondertussen vertel ik wat er gebeurde en samen zorgen we ervoor dat de cliënt zijn overzicht weer helemaal terug krijgt.

Na het ontbijt komt hij naar mij toe om ‘sorry’ te zeggen. Dat is een belangrijk ritueel voor hem, omdat hij daarmee de situatie kan afsluiten. Met een dikke knuffel laat ik hem ervaren dat ik echt niet boos ben. De glimlach op zijn gezicht vertelt dat we weer vriendjes zijn. Al zwaaiend vertrekt hij naar zijn dagbesteding.”

Lees ook: Bijkletsen met Koko: “Superman in spe”

Papierwerk

“Nadat de cliënt is vertrokken, start ik met rapporteren. Uitgebreid beschrijf ik de situatie, zodat mijn collega’s op de hoogte zijn en correct kunnen handelen als er toch nog restspanning ontstaat. Vervolgens maak ik een FOBO aan: een Formulier Ongelukken & Bijna Ongelukken. Hierin beschrijf ik het incident nogmaals, terwijl ik goed oplet dat ik de privacy van de cliënt niet schend.

Ik omschrijf wat er naar mijn idee misging, wie de betrokkenen waren, wat ik de volgende keer anders zou kunnen doen, welke tips ik nog heb, of ik erg geschrokken ben en of ik hulp nodig heb. Hierna vink ik mijn manager en de gedragsdeskundige aan als ontvangers en dien ik het formulier in ter afhandeling.

Als dat allemaal klaar is, maak ik een Noodmaatregel conform de Wet Zorg en Dwang aan. Ik beantwoord alle vragen en stuur het door naar de gedragsdeskundige die het document beoordeelt en mij van feedback voorziet.”

Administratiedruk

“Nadat het papierwerk is voltooid, is het alweer tijd voor de lunch. Ik loop een klein rondje over het terrein om mijn zinnen te verzetten. Ik weet niet zo goed wat ik met de situatie aan moet. Ik ben dik twee uur bezig geweest met de administratieve afhandeling van dit incident. Niet één, niet twee, maar drie (!) systemen vulde ik in met alle relevante informatie.

Gelukkig had ik daar dit keer wel de tijd voor. Dat is lang niet altijd zo. En ja, het zorgvuldig omgaan met dit soort gebeurtenissen komt de zorg natuurlijk ten goede. Dat weet ik. Er valt veel te leren van zo’n ervaring en het verbetert de begeleiding richting cliënten. Maar drie systemen moeten vullen, is wat mij betreft niet helpend.

De zorgsector is (al jaren) in gesprek met het Nederlandse ministerie om de regeldruk te verminderen en soepeler om te kunnen gaan met allerlei wetsonderdelen. Ik zou al blij zijn als dit soort rapportages zich konden beperken tot één systeem. Als dat toch zou kunnen… Dan gaf mijn werk nog meer voldoening!”

Werken in de zorg

Raakte jij geïnspireerd door het verhaal van Koko? Ga jij graag de-escalerend te werk, sta je stevig in je schoenen en besef je tegelijkertijd dat hier ook papierwerk bij komt kijken? Houd onze website en socialmediakanalen dan goed in de gaten en klets maandelijks bij met onze collega’s. Of neem alvast een kijkje op onze werkenbij-website!