Als het over hun kind gaat, vinden ouders het belangrijk dat de zorgprofessionals bij Reinaerde en zij elkaar aanvullen, onder het motto ‘samen deskundig’. Ook Sonja Kastelein, moeder van Jorrit, en gedragskundige Lisa van Dorresteijn zijn daarvan overtuigd. “Samen creëren we de meest gunstige omstandigheden voor Jorrit. We komen ieder vanuit onze eigen expertise tot wat hij nodig heeft.
Voordat de nu zesjarige Jorrit naar Kinderdagcentrum Skippy in Nieuwegein ging, hadden zijn ouders al het nodige met hem meegemaakt. “Na zijn eerste twee jaar begon Jorrit zich anders te ontwikkelen”, vertelt moeder Sonja. “Na een tijdje besloop ons het gevoel dat er iets niet pluis was. Jorrits spraak ontwikkelde zich onvoldoende.” Rond zijn derde jaar lieten zijn ouders een genetisch onderzoek bij hem doen. Daar kwam uit naar voren dat Jorrit het Phelan-McDermidsyndroom heeft, een zeldzame chromosoomafwijking die ervoor zorgt dat de (spraak)ontwikkeling achterblijft. “In zijn toenmalige behandelgroep werd hij overvraagd”, zegt Sonja, terugblikkend op die periode. ”We merkten dat hij niet leerde van eerdere ervaringen en dat hij heel veel herhaling nodig had. Toen wisten we meteen dat we een stapje lager moesten gaan, zodat hij beter in zijn vel zou gaan zitten. Daar sloot Reinaerde eigenlijk perfect bij aan.”
Hoe vrolijk en nieuwsgierig Jorrit ook is, hij heeft ook moeite met waarnemen en daardoor problemen met het verwerken van prikkels. Doordat hij niet over spraak beschikt, kan hij zich moeilijk uiten, vertelt zijn moeder, die zelf ook een achtergrond in de hulpverlening heeft. “Om die prikkels te reguleren gebruiken we een zogeheten skillbox.” “Het idee van de skillbox komt van Jorrits ouders”, vult gedragskundige
Lisa aan. “Zij hebben thuis al zo’n skillbox en zien dat dit Jorrit helpt. In overleg met Sonja en de ergotherapeut van Reinaerde willen we via die skillbox het oplopen van spanning helpen voorkomen.” Naar aanleiding van vragen van de ouders en begeleiders hierover, onderzocht Lisa Jorrits adaptief vermogen en zijn intelligentie. Aan de hand van die uitkomsten heeft ze, samen met zijn ouders, naar zijn ontwikkelingsniveau gekeken. Dat bleek uit te komen op dat van een kind van 2. Herkenbaar, vindt Sonja, die het in de thuissituatie ook al zag gebeuren: “Jorrit is nu 6, maar hij wordt inmiddels ingehaald door zijn jongere broertje.”
Met het onderzoek bracht Lisa haar deskundigheid als gedragskundige in. “Mijn kennis zit met name in de ontwikkelingsfases die kinderen doormaken. Ik zie mezelf ook als een soort behandelcoördinator”, zegt ze. Als gedragskundige ziet Lisa Jorrit niet dagelijks. “Ik vind het mooi om gezamenlijk, dus met ouders, begeleiders, behandelaars en mijzelf, tot een beeld te komen”, legt ze de werkwijze uit. “Ik voer multidisciplinair overleg, stel jaarlijkse evaluaties op met ouders en andere betrokkenen en als er vragen zijn, kijk of ik daarin iets kan betekenen of zorg ik zo nodig dat er een behandelaar zoals een logopedist of fysiotherapeut betrokken wordt.” “Die gedeelde deskundigheid vind ik heel sterk bij Reinaerde”, benadrukt Sonja. “Ze staan er heel open voor en ze hebben veel expertise. Ik vind echt dat we daardoor samen heel sterk zijn.”
In zijn ondersteuningsplan staat nu dat Jorrit het nodig heeft om zich op de groep prettig en veilig te voelen, zodat hij gestimuleerd kan worden in zijn ontwikkeling. En Jorrit heeft veel nabijheid van begeleiders nodig. Dankzij hun goede afstemming gaan ouders en begeleiders nu op dezelfde manier met hem om. Ze sturen elkaar foto’s en videobeelden op en werken met de methode van FloorPlay om Jorrit samen goed te begrijpen. Door FloorPlay sluiten ze aan bij Jorrits interesses en komen zo meer met hem in contact. Van al die gedeelde kennis merk je op het eerste gezicht niet veel. Jorrit rent vrolijk rond op Skippy en komt heerlijk tot rust in de snoezelruimte. Al is er ’s middags wel weer een gesprek met de logopedist hoe er verder aan zijn spraakontwikkeling gewerkt kan worden. Sonja: “Met Jorrit gaat het nu heel goed. Hij mag zijn wie hij is hier. Als we twee dingen op een dag hebben gedaan, is het meestal wel genoeg. Als ik zie dat hij te onrustig is, til ik hem op en hou ik hem bij me.”
Jorrit ontwikkelt zich intussen met kleine stapjes. Er zijn zeker successen geboekt, vindt zijn moeder. “We zijn nu aan het kijken naar de volgende stap. Ik zou het mooi vinden als hij een vorm van onderwijs zou kunnen krijgen.” Ook Lisa is tevreden over hoe het met Jorrit gaat. “Ik hoor in evaluaties met ouders en begeleiders dat Jorrit zich beter begrepen voelt. Bij Skippy zijn doet hem goed”, stelt de gedragskundige.
Om na te gaan welke waarde de zorg bij Reinaerde heeft, voerden we vorig jaar gesprekken met ouders uit cliëntenraden van de kinderdagcentra en vond een bijeenkomst plaats bij Kinderdagcentrum De Berk in Zeist. De liefdevolle, warme, gastvrije omgeving waar de kinderen zich veilig voelen is belangrijk, maar de gedeelde deskundigheid wordt door ouders vooral als waardevol gezien. De diverse deskundigheid van ouders en cliënten willen we nog beter gaan benutten in de begeleiding en zorg. Ook willen we stimuleren dat ouders onderling hun ervaringen en kennis kunnen delen.