Enige tijd geleden heeft Arbeidscentrum Veenendaal de dagbesteding van Kwintes voor mensen met psychische problematiek overgenomen. Voor bestaande en nieuwe cliënten zijn de mogelijkheden voor persoonlijke ontwikkeling en werk vergroot.
Rijk Middelman (67) is één van de cliënten in de fietsenwerkplaats. Door zijn ervaring als automonteur en met zijn technische achtergrond kan hij goed fietsen repareren. Over zijn leven vertelt Rijk dat hij een paar moeilijke jaren achter de rug heeft. “Net als de meesten hier heb ik een tik in de maatschappij opgelopen.” Toen Rijk tien jaar geleden in de fietsenwerkplaats kwam werken, bloeide hij weer op. “Ik vind hier ritme, regelmaat en waardering. Dat is belangrijk, want je hebt af en toe een schouderklopje nodig”, vindt hij.
Na de overgang was de sfeer op de werkplaats wat minder goed. “Er veranderde veel voor de nieuwe cliënten”, vult begeleider Annebeth van Harderveld aan. “Om elkaar beter te begrijpen, zijn goede gesprekken gevoerd. We hebben gevraagd waar mensen tegenaan lopen, wat ze nodig hebben en waarin we kunnen ondersteunen. Toen we dat scherp hadden, is hard gewerkt aan de onderlinge communicatie, omgang en manier van samenwerken. Gaandeweg is de dienst verder geprofessionaliseerd.”
“De fietsenwerkplaats runnen was in het begin best spannend”, erkent Annebeth. “Er werken bijzondere mensen. Voor hen is het belangrijk iemand te hebben op wie ze kunnen bouwen. Gelukkig kreeg ik snel hun vertrouwen. Dat vraagt van je dat je jezelf bent, eerlijk, direct en rechtlijnig.” Ook bewustwording speelt inmiddels een belangrijke rol in het werk.
Annebeth: “Cliënten willen bijvoorbeeld zelfstandig werken en niet worden betutteld. Ik realiseer me dan dat ik meer afstand kan nemen. Nu kijken we eerst hoe iemand is en wat hij nodig heeft. Vervolgens bedenken we hoe we daar het beste mee om kunnen gaan. Door hier aan vast te houden, wordt veel bereikt. Het heeft mij een betere en bredere begeleider gemaakt.”
Rijk voelt zich nu helemaal op zijn plek. “Het is hier meer dan alleen fietsen repareren”, zegt hij. “Ik voel me familie van mijn collega’s. We bespreken veel samen en helpen de ander. Er is begrip voor elkaar. Het is totaal geen probleem om met mensen met een andere achtergrond om te gaan. Welke beperking je hebt maakt niet uit. Ik heb zelf ook een tik van de mallemolen gehad. Als we elkaar tegenkomen zeggen we: ‘Hallo, hoe is het ermee?’. Dat is heel fijn. Ik ben erg blij met deze contacten.” Rijks conclusie is duidelijk: “Mijn naaste helpen is mijn opdracht”.